Je wilt een hond, en wat krijg je ....?

Dit verhaal is door D. geschreven. 
Dit verhaal begint op het Ile de Ré, een eiland voor de kust van Frankrijk, waar ik samen met Renée in 2006 op vakantie was. Tijdens zo’n vakantie heb je het over van alles en nog wat. En toen kwam dus ook het onderwerp huisdieren aan de orde. Op dat moment waren wij echte hondenliefhebbers. Maar ja, allebei werkten wij fulltime en dan kan je dus niet echt genoeg aandacht aan je hond schenken. Wat dan? Dan kom je al gauw uit bij katten. Maar dan wel stevige katten, waar je ook een beetje mee kan stoeien en ravotten (vond ik).
Josephine
Heel toevallig had Renée twee collega’s, die een Maine Coon als kat hadden. Na de eerste kennismaking, waren we meteen verkocht. De kater, die we als eerste bezochten, was weliswaar zeer indrukwekkend, maar tegelijkertijd een grote lieverd. Van haar andere collega kregen we het adres van de cattery, waar zij haar poes vandaan had. En laat die nu toevallig twee kittens hebben. Dat werd dus op bezoek bij de cattery in Nunspeet. Ik was meteen weg van het kleine grijze balletje. Maar voordat ik dat mocht aaien, moest ik toch eerst echt goedgekeurd worden door de moeder, een 6 jarige, grote poes genaamd Josephine. Pas na een zeer uitgebreide snuffelbeurt, deed ze een stapje naar achteren en mochten we haar kleine aaien. Daar dacht de hummel in kwestie echter heel anders over. Van een veilige afstand zat hij die twee vreemden eerst eens goed te bestuderen en het kostte aardig wat geduld, voordat de jongeman bereid was naar voren te komen om eens aan die onbekende handen te snuffelen. Maar al spoedig ging dat beter, we mochten zelf een naam uitkiezen, dat werd Boris, en de voorlaatste keer dat we naar hem kwamen kijken, vroeg de fokker of we ook Josephine mee zouden willen nemen. Dit nestje was haar laatste geweest en op deze manier konden ze samen blijven. 

Boris
En zo kregen wij niet met één kat, maar twee. Hoewel je daar de eerste dagen niet zoveel van merkte. We hadden de reismanden maar amper geopend of de twee waren verdwenen. Josephine schoot als een raket de trap op en Boris verdween onder, en naar later bleek in, de bank. Dan sta je toch wel een beetje raar te kijken. Renée ging eens kijken waar Josephine was gebleven. Die had zich onder, naast en tussen het bed en het nachtkastje gewurmd en maakte absoluut geen aanstalten om daar vandaan te komen. Ik had ondertussen onder de bank gekeken, maar zag, tot zijn verbazing, niets. Pas na zeer scherp kijken, zag ik een dun staartje naar beneden hangen. Boris had blijkbaar ergens in het frame van de bank een plekje gevonden, waar hij zich kon verstoppen, maar was vergeten zijn staart binnenboord te halen. Kortom, de eerste avond hadden we maar weinig plezier van onze nieuwe huisgenoten en we hadden ons er zeer op verheugd.

Binnen korte tijd wenden Josephine en Boris echter aan hun nieuwe omgeving en ze werden al snel vrijer in hun komen en gaan. En helemaal leuk werd het, toen ze voor het eerst naar buiten mochten. Eerst met één pootje, toen met twee, daarna met drie pootjes. En daar stopte het. Met drie poten op de mat en een op de keukenvloer, namen ze alle tijd om, vanaf een afstand, de tuin te bekijken. Bijna tegel voor tegel, struikje voor struikje en plantje voor plantje hebben ze uiteindelijk de tuin verkend. Iedere keer, dat ze iets nieuws hoorden, renden ze terug naar het huis, poetsten ze hun pootjes om vervolgens weer terug te gaan. Na een paar dagen renden en ravotten ze echter, alsof ze nooit anders gedaan hadden. 

Jammer genoeg bleek korte tijd daarna, dat Josephine nogal ernstig last kreeg van haar gebit en daarna van haar nieren. Het kostte een paar operaties om haar gebit te saneren en voor haar nieren kreeg ze medicijnen en dieetvoer. En daar heeft ze het gelukkig nog lang op volgehouden. 
Tup
Ondertussen kreeg Renée de kriebels. Waar ruimte is voor twee katten, is ook ruimte voor drie katten, met als gevolg, dat zij, als verjaardagscadeau, op zoek kon naar een nieuwe aanwinst. In no-time had ik in Soest, Feline Fantasy gevonden waar, uit een nestje van zeven, nog één katertje op nieuwe bedienden zat te wachten. Een afspraak was snel gemaakt en laat nu net deze ene kitten direct naar Renée toe stuiteren, toen we voor het eerst op bezoek kwamen. En nadat we goedgekeurd waren door The Grand Old Lady van het kattengezelschap, dat in de cattery woonde, stond eigenlijk niets meer de intrede van Tup bij ons, in de weg. 

Het eerste dat hij, toen hij daadwerkelijk bij ons kwam kreeg, was een lel van Josephine, omdat hij veel te brutaal, naar haar zin, op haar af kwam. Boris vond het maar helemaal niets en verdween naar boven. Maar, zoals meestal kwam alles op zijn pootjes terecht. Boris kwam uiteindelijk tot de conclusie, dat Tup zou blijven, Josephine was haar ongenaakbare zelf en overduidelijk de baas en Tup bleek een enorme komediant, die onze harten nog verder veroverde. Niets leukers, dan vanuit een hinderlaag (een takje bijvoorbeeld), Josephine of Boris te bespringen, er achter komen, dat die hem heus allang in de gaten hadden gehad om vervolgens krijgertje te spelen in de tuin (of door het huis, bij slecht weer). Ook zeer leuk is om, wanneer ik sta te koken, vanaf de vensterbank op mijn schouder te springen om te zien waar die tweepoter nu weer mee bezig is. Of een speeltje apporteren of vlak voor je voeten langs lopen om je lekker te laten struikelen. Regelmatig zijn we pennen kwijt; deze zijn dan door Tup ‘opgeruimd’. Pret voor tien dus.

Jammer genoeg is niet altijd alles pret. Na vier jaar konden de medicijnen en het dieetvoer, toch niet meer voorkomen, dat de nieren van Josephine aan het eind van hun Latijn waren. We moesten haar helaas laten inslapen. Een maand lang heeft Boris, elke ochtend, door het raam van de keukendeur naar buiten staan kijken, als was het om te kijken waar Josephine bleef. Daarna had hij blijkbaar door dat ze echt niet meer terugkwam.
Babs

En toen kwamen we weer eens op bezoek bij de fokkers van Tup. Die hadden ondertussen een hond gekregen en daar kwamen we kennis mee maken. Het leuke was, dat zij ook een nestje van twee kittens hadden. Toevallig van dezelfde moeder als van Tup. Nog niets aan de hand, want in principe was de ene kitten al aan iemand beloofd en de tweede wilden de fokkers zelf houden. Maar ja, hoe gaan die zaken. Ook deze kitten huppelde, zodra ze Renée in het oog kreeg, per ommegaande naar haar toe en natuurlijk was ze op slag verliefd op de kleine diva. Dat was dus een probleempje. Echter degene aan wie de kleine hummel in principe was beloofd, reageerde niet meer en toen lag de weg open. Babs huppelde, op haar geheel eigen wijze, onze menagerie binnen. Tup vond dat maar zozo lala. Boris keek dat kleine geval eens langs zijn neus aan en seinde naar haar: “alles best kleine keutel, maar ik ben hier de baas, vergeet dat niet!” Natuurlijk vergat ze dat wel eens, maar dan werd ze wel weer terechtgewezen door Boris. Meestal zachtzinnig en soms wat strenger. Met Tup, haar halfbroer, is de strijd nog steeds niet helemaal beslist, wie nummer twee is. Ze plukharen wat af, van tijd tot tijd, maar vervolgens liggen ze ook weer gebroederlijk naast elkaar, in één en hetzelfde mandje of zoeken ze elkaar op, om eens echt gezellig naast elkaar te liggen. Dachten we overigens dat Tup een kletsmajoor was, Babs klets de halve dag door, wanneer ze opstaat, wanneer ze gaat liggen, wanneer ze komt en wanneer ze gaat, met het eten en het drinken of als ze naar de kattenbak gaat. 

Babs en Tup
We hebben dus vooral heel veel plezier van en met onze katten. We hebben slechts één nadeeltje kunnen ontdekken. We houden allebei veel van lezen. Nou, dat is dus een stuk minder geworden. Maar daar staat tegenover, dat het bijna elke avond theater is en dan met name komedie. En of er ooit nog een hond komt? Wie weet. Maar we hadden nooit gedacht, dat hondenliefhebbers zo gek op katten konden worden.










Populaire posts van deze blog

Friemeltje, Kwakje en de jagende register-accountant

De boe-vis

Kwal!