Burendag of advocaat met slagroom
D. en ik wonen in een klein, leuk en prettig wijkje, dichtbij de binnenstad van de stad. De woningen die er staan, zijn hoogbejaard en hebben inmiddels de leeftijd van 90 jaar bereikt. Maar dat is haar bewoners niet aan te zien, op een enkeling na. De jongste inwoner van de wijk is zo'n 8 maanden oud, de oudste is 90 jaar.
De oudere bewoners kunnen mooie verhalen vertellen over 'hoe het vroeger was', zo heb ik gemerkt als ik met ze sprak. De jongere bewoners maken zich druk over de geparkeerde auto's op straat, aangezien deze hun het zicht belemmeren, tijdens het voetballen op straat. Er worden regelmatig activiteiten georganiseerd, zoals de viering van St. Maarten, de nieuwjaarsborrel, paaseieren zoeken, een voetbalwedstrijd tegen de nabij gelegen wijk én burendag. Ik had nooit stil gestaan bij het fenomeen BURENDAG. Tot afgelopen weekend.
Met zo'n 35 buurtgenoten stond ik, op een zonnige, zaterdagmiddag in de lobby van het nabijgelegen verpleeghuis. De inwoners van het tehuis zaten comfortabel in de geleende rolstoelen en waren gekleed in dikke jassen, broeken en truien. Sommigen keken ietwat nors uit hun ogen, anderen zaten wat dromerig naar buiten te kijken. Terwijl mijn buurtgenoten en ik achter de rolstoelen plaatsnamen, vertelde de activiteitenbegeleidster wat er ging gebeuren. Immers, sommigen waren dat al lang weer vergeten. Herhaling helpt (soms). Eén aandachtspunt bleeft na-ijlen: 16.00 uur. Want dan moesten we terug zijn voor de poffertjes.
De oudere dame die ik reed, was stokdoof. Converseren was niet mogelijk. Ze had een nogal stuurse uitdrukking op haar gezicht, terwijl wij het park inreden. Haar handen had ze op haar schoot gelegd. Soms wees ze iets, in stilte, aan. Andere keren gebaarde ze naar een obstakel op het pad. En ik heb wat moeten slalommen om haar alle hoekjes en gaatjes van de omgeving te laten zien. Haar hoofd zag ik regelmatig op en neer gaan, terwijl ik met de rolstoel ietwat te hard over oude hobbelige steentjes reed.
In het park en in onze wijk hadden buurgenoten voor een muzikale noot gezorgd. Bij de toekomstige oranjerie stond een man te vertellen over de werking van een trompet en hij blies onderwijl enkele deuntjes. De oude dame wiegde met haar hoofd en bewoog met haar handen. Af en toe hoorde ik haar neuriën. Toen het schouwspel was afgelopen, merkte ze op dat het geluid wel aan de harde kant was geweest, terwijl ik had bedacht dat dát geluid voor haar wel te horen moest zijn geweest.
De wandeltocht duurde anderhalf uur en we hebben, samen, diverse huizen en tuinen bezocht. Er was een gelegenheidsduo geformeerd, dat samen schuiftrombone speelde. In de achtertuin werd een pianoconcert uitgevoerd door een 11-jarig meisje, terwijl haar zusje van 3 superveel pret had op de trampoline. De geluiden van beiden kwamen niet altijd met elkaar overeen. Er werd gezongen door een 14-jarige meisje, samen met haar moeder. Vooral het liedje 'Somewhere over the rainbow' kon onze goedkeuring wegdragen. Het origineel van Judy Garland (zie voorgaande link) is prachtig, maar dit lied werd zo ongekunsteld gezongen, tussen de geparkeerde auto's, dat één van de dames, een zakdoekje moest pakken.
De oude dame, die ik reed, genoot het meeste van de oude, statige bomen in het park. Regelmatig wees ze exemplaren aan: "mooi!". Ik knikte, en omdat conversatie moeilijk was, gaf ik haar een klopje op haar magere schouder. Naarmate de tijd vorderde keek ze wat vaker op haar horloge. De poffertjes werden steeds aanlokkelijker.
Terug in het restaurant van het verpleeghuis, nipte de dame, die ik had gereden, van een glas appelsap en prikte met zichtbaar genoegen in de bepoederde poffertjes. Haar gezicht was wat zachter geworden en haar ogen twinkelde. Ook het tweede glas met appelsap kon haar goedkeuring wegdragen, evenals een tweede bordje met poffertjes. Stilletjes zat ze in haar stoel en opeens keek ze me glimlachend aan. Een verpleegster kwam langs met glaasjes advocaat met slagroom. Ik keek naar de oude dame. Ze aarzelde even en reikte toen naar een glaasje. Met smakgeluidjes lepelde ze voorzichtig de inhoud naar binnen, en genoot zichtbaar. Ze had nog poedersuiker op haar liggen en verzuchtte: "nu hoef ik geen avondboterham meer te eten!". En daar was ik het helemaal mee eens.
De oudere bewoners kunnen mooie verhalen vertellen over 'hoe het vroeger was', zo heb ik gemerkt als ik met ze sprak. De jongere bewoners maken zich druk over de geparkeerde auto's op straat, aangezien deze hun het zicht belemmeren, tijdens het voetballen op straat. Er worden regelmatig activiteiten georganiseerd, zoals de viering van St. Maarten, de nieuwjaarsborrel, paaseieren zoeken, een voetbalwedstrijd tegen de nabij gelegen wijk én burendag. Ik had nooit stil gestaan bij het fenomeen BURENDAG. Tot afgelopen weekend.
Met zo'n 35 buurtgenoten stond ik, op een zonnige, zaterdagmiddag in de lobby van het nabijgelegen verpleeghuis. De inwoners van het tehuis zaten comfortabel in de geleende rolstoelen en waren gekleed in dikke jassen, broeken en truien. Sommigen keken ietwat nors uit hun ogen, anderen zaten wat dromerig naar buiten te kijken. Terwijl mijn buurtgenoten en ik achter de rolstoelen plaatsnamen, vertelde de activiteitenbegeleidster wat er ging gebeuren. Immers, sommigen waren dat al lang weer vergeten. Herhaling helpt (soms). Eén aandachtspunt bleeft na-ijlen: 16.00 uur. Want dan moesten we terug zijn voor de poffertjes.
De oudere dame die ik reed, was stokdoof. Converseren was niet mogelijk. Ze had een nogal stuurse uitdrukking op haar gezicht, terwijl wij het park inreden. Haar handen had ze op haar schoot gelegd. Soms wees ze iets, in stilte, aan. Andere keren gebaarde ze naar een obstakel op het pad. En ik heb wat moeten slalommen om haar alle hoekjes en gaatjes van de omgeving te laten zien. Haar hoofd zag ik regelmatig op en neer gaan, terwijl ik met de rolstoel ietwat te hard over oude hobbelige steentjes reed.
In het park en in onze wijk hadden buurgenoten voor een muzikale noot gezorgd. Bij de toekomstige oranjerie stond een man te vertellen over de werking van een trompet en hij blies onderwijl enkele deuntjes. De oude dame wiegde met haar hoofd en bewoog met haar handen. Af en toe hoorde ik haar neuriën. Toen het schouwspel was afgelopen, merkte ze op dat het geluid wel aan de harde kant was geweest, terwijl ik had bedacht dat dát geluid voor haar wel te horen moest zijn geweest.
De wandeltocht duurde anderhalf uur en we hebben, samen, diverse huizen en tuinen bezocht. Er was een gelegenheidsduo geformeerd, dat samen schuiftrombone speelde. In de achtertuin werd een pianoconcert uitgevoerd door een 11-jarig meisje, terwijl haar zusje van 3 superveel pret had op de trampoline. De geluiden van beiden kwamen niet altijd met elkaar overeen. Er werd gezongen door een 14-jarige meisje, samen met haar moeder. Vooral het liedje 'Somewhere over the rainbow' kon onze goedkeuring wegdragen. Het origineel van Judy Garland (zie voorgaande link) is prachtig, maar dit lied werd zo ongekunsteld gezongen, tussen de geparkeerde auto's, dat één van de dames, een zakdoekje moest pakken.
De oude dame, die ik reed, genoot het meeste van de oude, statige bomen in het park. Regelmatig wees ze exemplaren aan: "mooi!". Ik knikte, en omdat conversatie moeilijk was, gaf ik haar een klopje op haar magere schouder. Naarmate de tijd vorderde keek ze wat vaker op haar horloge. De poffertjes werden steeds aanlokkelijker.
Terug in het restaurant van het verpleeghuis, nipte de dame, die ik had gereden, van een glas appelsap en prikte met zichtbaar genoegen in de bepoederde poffertjes. Haar gezicht was wat zachter geworden en haar ogen twinkelde. Ook het tweede glas met appelsap kon haar goedkeuring wegdragen, evenals een tweede bordje met poffertjes. Stilletjes zat ze in haar stoel en opeens keek ze me glimlachend aan. Een verpleegster kwam langs met glaasjes advocaat met slagroom. Ik keek naar de oude dame. Ze aarzelde even en reikte toen naar een glaasje. Met smakgeluidjes lepelde ze voorzichtig de inhoud naar binnen, en genoot zichtbaar. Ze had nog poedersuiker op haar liggen en verzuchtte: "nu hoef ik geen avondboterham meer te eten!". En daar was ik het helemaal mee eens.