Zingende merels
Heb jij wel eens een vogeltest gedaan? Weet je hoe de vogels tjilpen en zingen? Op het bezoekerscentrum op Schiermonnikoog staat een geluidskast waar je naar hartelust kunt oefenen en je kennis van vogelgeluiden kunt testen. Het vogelgeluid dat de merel produceert herken ik uit duizenden. Waar ik ook kom; deze heb ik altijd goed. Ik denk dat deze kennis terug te voeren is naar mijn geboortedag. Lang geleden, zo'n 46 jaren terug, ben ik geboren op een zonnige zaterdag in mei. Iedereen was blij om mij te zien: mijn ouders, mijn opa's en oma's, mijn tantes en ooms, maar ook Mijnheer Merel. Ik kan me voorstellen, dat die laatste enige toelichting nodig heeft. Daarom neem ik je mee terug in de tijd.
Het eerste levenslicht aanschouwde ik, voor zover mijn oogjes dat toelieten, om kwart over 12 in een jaren '30 huis aan de Groenestraat in Nijkerk. De temperatuur was aangenaam met zo'n 21 graden Celcius en er woei een zwak windje. De nummer 1 hit van Simon & Garfunkel - het alom bekende El Condor Pasa - was overal te horen. Iedereen waande zich op vakantie (ook wel logisch op deze Europadag) en men bezocht de vele molens en gemalen die Nederland rijk was (het was niet voor niets Nationale molen- en gemalendag). Terwijl de visite resoluut door de kraamhulp naar beneden werd gestuurd, mijn moeder moest tenslotte rust houden, kwam Mijnheer Merel op bezoek. Hij had wel door dat hij enige voorzichtigheid moest betrachten en dat was de reden dat hij zijn oorspronkelijke plan, om door het raamkozijn naar binnen te hippen, niet doorzette. In plaats daarvan nam hij plaats in de takken van een boom en hief een lied aan. Volgens mijn moeder klonk het wonderschoon en was het prachtig. Het lied duurde zo'n 5 minuten en mijn moeder lag innig tevreden in haar bed te genieten: van haar pasgeboren dochter én van de serenade, die de merel voor haar hield.
Weet je wat nu mooi is? Eén van de verre nazaten van Mijnheer Merel heeft een tijdje terug zijn intrek genomen in de appelboom van onze buren. Avond aan avond was hij aan het zingen en hij liet zich door niets of niemand hinderen. Wandelende voorbijgangers keurde hij geen blik waardig en het geknal van uitlaatpijpen liet hij voor wat het was. Elke avond was hij zijn serenade aan het zingen. En elke keer weer was ik geboeid door het prachtige en zuivere geluid, dat Mijnheer Merel produceerde. Dan weer stond ik geboeid op het grindpad, naast de auto, te luisteren totdat hij zijn gezang had afgerond. Een andere keer hing ik uit het raam van de logeerkamer, waardoor ik zijn zwarte glanzende gevederde lijf kon bewonderen. De oranje snavel trilde van de vele toonhoogten die eruit kwamen.
De laatste dagen is het stil in de voortuin. Ik heb het idee dat Mijnheer Merel getrouwd is met Mevrouw Merel en dat ze zorgen voor hun nakomelingen. Misschien zitten ze in de beukhaag? Of in het gras langs de beek? Ik hoop dat ze straks, als hun kroost oud genoeg is, even langs vliegen. Dan kan ik Mijnheer Merel bedanken.
En dan maar hopen dat hij mensentaal verstaat.
Reacties