Op pad met Pjotr
Het is heerlijk om buiten te wandelen als het koud is. Koning Winter is in aantocht en je merkt dat de natuur zich hier al helemaal op heeft voorbereid. Alle loofbomen hebben het blad laten vallen terwijl de naaldbomen de natuur nog kleur geven met hun groene naalden. Ik wandel met aandacht over de bruggetjes, trappetjes en boomwortels, want het vriest licht en in een onbewaakt ogenblik lig je zomaar languit op de grond. En ook al kan ik liggend de bepoederde grond nog beter bestuderen, toch gaat mijn voorkeur er naar uit om te blijven staan. En dat was maar goed ook, want anders had ik het roodborstje niet zien zitten, die met zwarte kraaloogjes nieuwsgierig om zich heen keek. Kennelijk had hij besloten om in Nederland te overwinteren en hij zal ongetwijfeld op zoek zijn geweest naar voedsel.
Na een half uur wandelen op de voor mij bekende wandelpaden, kom ik voor de tweede keer dezelfde man tegen. Hij is gekleed op vele kilometers wandelen: petje, rugzak, lang windjack en stevige bergschoenen. We raken aan de praat en hij vertelt over dit prachtige natuurgebied waar hij al decennia lang komt. Pjotr, zo noem ik hem in dit verhaal, is nu een jaar met pensioen en heeft daarvoor in het onderwijs gezeten. Nu heeft hij alle tijd van de wereld om nog meer van de natuur te genieten en hij wijst mij op de zandverstuivingen en legt me uit wat dit met de omgeving doet. Een man die zo enthousiast en bevlogen kan vertellen, daar word ik blij van en even later wandelen wij samen door het bos. Hij is mijn persoonlijke gids en noemt de ene, na de andere interessante wetenswaardigheid op, over het gebied waar ik pas een jaar wandel. Hij laat mij sporen zien van wat ooit perrons waren: het gebied was namelijk zo groot en uitgestrekt dat de eigenaar een trein gebruikte om over het landgoed te rijden naar het zwembad en de tennisbaan. De rails zijn al lang geleden weggehaald, maar als je door je wimpers kijkt, dan zie je mensen op hun gemak van het perron naar de tennisbaan wandelen om daar de bal over het net te slaan. Ik hoor de geluiden van weleer. Maar misschien had dat ook met die tikkende bonte grote specht te maken die boven in een boom naar insecten aan het zoeken was.
Het is achteraf onmogelijk om de wandeling precies te verwoorden, maar ik waande mij in het buitenland met al die zandverstuivingen, grote groepen naald- en loofbomen, vlakten met mos en vele varens. De uitleg over de fijnspar, spar, lariks en dennenboom. Dat het liedje 'O dennenboom' eigenlijk 'O sparreboom' moet zijn; lang geleden is de tekst niet correct vertaald. Er is dus meer dan genoeg om met elkaar over te spreken en volgend jaar zien we elkaar weer. Dan legt Pjotr mij alles uit over de Pyramide van Austerlitz. Als docent heb je lesstof genoeg, ook al ben je met pensioen.
Reacties