Kerst in december | dit verhaal is opgedragen aan mijn redder-in-nood
Afgelopen weekend was het zover. Samen met goede vriendin M. zat ik in de auto, op weg naar een dorpje nabij Eerbeek. We gingen kerststukken maken: het was tenslotte december. Goed geluimd kwamen wij op de plaats van bestemming, waar G. ons stond op te wachten met koffie, thee en een heerlijke tulbandcake.
Vol goede moed liepen de andere cursisten, M. en ik vanuit het woonhuis, naar het tuinhuis om ons eerste kerststuk te maken. De lucht buiten was grijs-blauw, soms viel er een fijne miezerregen en de temperatuur was, met 10 graden, bijna lente-achtig te noemen. "Hoe anders was het vier jaar geleden", zei ik tegen M. Zij schudde haar hoofd, glimlachte en liep het tuinhuis binnen. Mijn gedachten dwaalden terug, naar december 2009.
Het is zondagochtend en in de slaapkamer is het lichter, dan je zou mogen verwachten om zeven uur 's ochtends. Ik schuif de gordijnen open en zie dat de wereld bedekt is met een dikke laag sneeuw. Opgetogen wandel ik naar de logeerkamer aan de voorkant. Ook daar zie ik hetzelfde idyllische plaatje. De bomen, het grasveld, de weg, de struiken en de planten zijn allemaal bedekt met een vers pak sneeuw. Kerstmis is in aantocht!
Geluiden klinken anders, wanneer er sneeuw ligt. Het lijkt wel alsof iedereen fluistert. Een half uur later, loop ik goed gemutst naar D. en vertel hem dat ik in de auto stap om vriendin M. op te halen. Zijn antwoord is kort en krachtig: "ben je helemaal gek om met dit weer in de auto te stappen". Hij ziet de enthousiaste blik in mijn ogen, en verzoekt mij dus maar dringend om "alsjeblieft voorzichtig te zijn in deze weersomstandigheden".
Even later zit ik in mijn auto. De kerstmuziek staat aan en de snelweg is, nog steeds, bedekt met sneeuw. Er is geen asfalt te zien. "Dit wordt een lange rit", verzucht ik tegen M. Een uur later zijn we redelijk opgeschoten. Gelukkig heb ik winterbanden onder de auto laten zetten.
Voor ons rijdt een automobilist, die duidelijk geen winterbanden heeft. Hij rijdt stapvoets aan de rechter kant en slingert af en toe. Na een paar minuten besluit ik om hem langzaam in te halen, en ik zorg ervoor dat er voldoende ruimte is tussen onze auto's. Opeens zak ik naar beneden met mijn linker voorwiel. Meteen daarna volgt mijn linker achterwiel. De vangrail bevindt zich slechts op één armlengte naast mij! Kortom, de linkerbanden rijden niet meer op het asfalt maar op de grond.
Met de alarmlichten aan, rijd ik een paar honderd meter in deze toch wel vreemde, scheve situatie. Mijn pogingen om, vooruit rijdend, het asfalt op te komen, falen. M. kijkt me nieuwsgierig aan, en heeft gelukkig ook pretlichtjes in haar ogen: "je maakt het wel spannend zeg, dit keer". Ik glimlach, adem nog eens diep, en kijk naar de snelweg voor en achter ons. We zijn alleen op de snelweg!
Voor ons rijdt een automobilist, die duidelijk geen winterbanden heeft. Hij rijdt stapvoets aan de rechter kant en slingert af en toe. Na een paar minuten besluit ik om hem langzaam in te halen, en ik zorg ervoor dat er voldoende ruimte is tussen onze auto's. Opeens zak ik naar beneden met mijn linker voorwiel. Meteen daarna volgt mijn linker achterwiel. De vangrail bevindt zich slechts op één armlengte naast mij! Kortom, de linkerbanden rijden niet meer op het asfalt maar op de grond.
Met de alarmlichten aan, rijd ik een paar honderd meter in deze toch wel vreemde, scheve situatie. Mijn pogingen om, vooruit rijdend, het asfalt op te komen, falen. M. kijkt me nieuwsgierig aan, en heeft gelukkig ook pretlichtjes in haar ogen: "je maakt het wel spannend zeg, dit keer". Ik glimlach, adem nog eens diep, en kijk naar de snelweg voor en achter ons. We zijn alleen op de snelweg!
Een paar minuten later, zie ik toch een auto naast mij rijden. De bestuurder heeft zijn raampje naar beneden gedaan, en gebaart ons hetzelfde te doen. In geen velden of wegen zijn andere auto's te zien. "Hoe gaat het met jullie", vraagt hij belangstellend. "Heb je wel vaker in de sneeuw gereden" vervolgt hij. Ik vertel dat ik wel vaker in de sneeuw heb gereden, maar nooit op deze scheve manier. "Zal ik je auto op het asfalt zetten", vraagt hij, en gebaart om zich heen. "Mijn vrouw en ik brengen onze dochter naar Duitsland voor een skivakantie. Ik ben gewend om in de sneeuw te rijden".
Even later staan redder-in-nood en ik op de snelweg. In de frisse buitenlucht overhandig ik hem mijn sleutels en loop daarna naar zijn dochter en vrouw toe. Ondanks de vreemde situatie, is het eigenlijk wel gezellig. Keuvelend over de aanstaande wintersport , het gebruik van sneeuwkettingen en sleetje rijden in de bossen, zie ik dat redder-in-nood mijn auto instapt. Hij stelt zich voor aan M., start de auto en rijdt weg. Even later springen de achteruitrijlampen aan. Redder-in-nood rijdt achteruit de snelweg op, net zolang totdat beide banden op het asfalt staan. We juichen! Het is gelukt. Blij ren ik naar mijn auto en schudt de hand van redder-in-nood. Hij geeft mij tips (voor het geval dat het nog een keer gebeurt) en stapt in zijn eigen auto, om de reis naar Duitsland voort te zetten.
Ik ben sprakeloos. Een wildvreemde man is zo attent, om ons uit een benarde situatie te halen. Op mijn verzoek, om iets van mij aan te nemen als blijk van dank, had hij zijn hoofd geschud. "Nee, ik hoef niets, ik ben blij dat je weer verder kunt".
M. en ik kwamen, later dan de bedoeling was, op de plaats van bestemming aan, en starten gelijk met de kerststukken onder het genot van een kopje koffie. Ongedeerd en heelhuids. Met dank aan redder-in-nood.
's Avonds concludeerden M. en ik dat er ook overeenkomsten waren tussen december 2009 en nu. We hadden prachtige kerststukken gemaakt, een zalige 4-gangen lunch genuttigd, en erg genoten van de gezellige sfeer bij G.
Het enige, wat die dag ontbrak, was een nieuwe ontmoeting met redder-in-nood. Ik was erg benieuwd of hij zich afgelopen weekend ook op de snelweg bevond, richting Duitsland. En of hij zich deze gebeurtenis nog zou herinneren?
Eén ding weet ik zeker. Hij was zwaar onder invloed .... van de kerstgedachte!
Reacties