Mag ik je voorstellen aan Guus!

Afgelopen maandag was het waarachtig lente. De zon scheen, de lucht was stralend blauw, de wind blies de lucht zachtjes over de grond, en de bomen en planten stonden te dubben of ze hun knoppen zouden laten uitkomen. Kortom, een prachtige dag.

Ik was die middag vroeg thuis en besloot een eind te gaan wandelen. Vlakbij ons huis bevindt zich een prachtig park, waar ik veel inspiratie op doe voor mijn mijmeringen. Het park wordt momenteel gerevitaliseerd en uitgebreid en het is elke keer weer een verrassing welke bomen ze nu weer hebben gekapt, welke wegen en fietspaden zijn aangelegd en hoe het beekdal eruit ziet. Kortom, het is nooit hetzelfde. 

Even verderop rende een hond langs de beek. Het was een grote, ietwat onhandige hond die enthousiast langs het water rende. Af en toe stopte hij om andere dieren aan te spreken. Aangezien hondentaal nogal verschilt met vogel- en eendentaal, reageerde elk dier anders. De vogels vlogen verschrikt weg, de eenden doken met hun kop in het water en de hond stond al blaffend en kwispelend met zijn poten in de modder. 

"Guus, kom uit het water",  riep een vrouw. De hond keek verstoord op, zijn grote donkere ogen waren nog op de eenden gericht, en hij besloot hoofdschuddend het commando van zijn baasje op te volgen. Met grote passen liep hij uit de beek, schudde het water uit zijn vacht en liep vrolijk naar zijn baasje. 

Ik vroeg me af wat voor een hond het was. Gezien zijn bouw en vacht dacht ik aan een labradoedel maar ik wist het niet zeker. Bij navraag bij de eigenaar, ik noem haar maar mevrouw X, bleek Guus een goldendoedel te zijn (kruising goldenretriever en koningspoedel).   

Wat heb ik genoten van de capriolen van Guus! Hij leek wel een koe die sinds lange tijd weer naar buiten mocht. Met grote sprongen verkende Guus het park, de beek, de pas geplante bomen, de mest op het nog ontluikende grasveld, de modder, de voorbijgangers, mevrouw X en mij. Guus vond iedereen leuk, de omgeving prachtig en het leven geweldig. Met zijn bruine ogen keek hij smekend naar mevrouw X en blafte. "Of ik alsjeblieft een stok in de beek wil gooien",  vertaalde ze het geblaf van haar hond. Na het gooien van de eerste stok, stond Guus aarzelend aan de waterkant. "Wat te doen", zag je hem denken. 


Hij aarzelde en besloot de stok, al blaffend, tot stilstand te manen. De stok, of eigenlijk het water, besloot zich niets aan te trekken van het commando van Guus. De stok dreef weg terwijl Guus ons vragend aan stond te kijken: "nog eentje alsjeblieft". En weer gooiden we een stok in het water. Ook deze stok werd al blaffend tot stilstaan gemaand, wat uiteraard wederom niet succesvol bleek. 

Guus zocht de omgeving af naar een nieuwe stok. Nadat hij een fraai exemplaar aan de voeten van mevrouw X had gelegd, en zij hem een aai over zijn kop had gegeven, besloot Guus nog één poging te wagen. Dit keer zou hij de sprong wel wagen, zag je hem denken. 

Onder luid gejuich van ons, liep Guus het water in, en zwom behendig naar zijn trofee. Even later stond hij, mét de stok in zijn bek, op de kant, en schudde zich uitgebreid uit. Hij draafde het fietspad af. Op zoek naar het volgende avontuur. 

Sindsdien kijk ik anders naar het park. Water is om te zwemmen, takken liggen er om mee te spelen, de wandelpaden zijn aangelegd om over te huppelen en de struiken staan er om over heen te springen. Maar hoe ik mijn best ook doe, ik haal het niet bij de capriolen van Guus. 

Ik ben benieuwd wanneer ik hem, en mevrouw X, weer tegenkom. Welke avonturen hij dan weer heeft meegemaakt.



Populaire posts van deze blog

Friemeltje, Kwakje en de jagende register-accountant

De boe-vis

Kwal!