Kwal!


Ik ben benieuwd wat je dacht, toen je de titel van deze blog las? Dat het een verhaal zou zijn over zeer vervelende, zeurende, altijd mopperende mensen? Over mensen die het met iedereen eens zijn, ook wel slijmballen genoemd? Of dacht je aan de bewoners in de Noordzee? 

Als ik aan kwallen denk, dan denk ik aan de vakanties, die ik met mijn ouders, broer en zus doorbracht in Zeeland. We kampeerden op een boerderij en hielpen mee met het oogsten van uien. Zus en ik fietsten regelmatig naar het nabijgelegen dorp om een softijsje te halen. En altijd hadden we wind tegen! We douchten onder een, door mijn vader zelf gemaakte, buitendouche, waar het water werd verwarmd door de zon en dan konden we, zonder gillen, het zoute zeewater van onze lijven spoelen. Ik denk ook aan lezen en spelen en aan turnen op het strand. We bouwden zandkastelen, waarvan we hoopten dat die bestand zouden zijn tegen de vloed. Om de golfslag te breken hadden we de muren verstevigd en grote grachten gegraven om het water buiten te houden. Verwachtingsvol keken we naar ons bouwwerk, dat de golven eventjes kon trotseren, maar na luttele seconden door een, niet eens zo'n hoge golf, werd verzwolgen. Zus en ik keken elkaar dan aan: "morgen proberen we het weer!". Wanneer wij in zee gingen zwemmen, dan namen we vaak een opblaasbootje mee. Als het bootje ver genoeg in zee lag, dan klommen wij in de boot, en lagen op onze rug naar de wolken te kijken en te dromen van een overtocht naar een verre landstreek. Als er genoeg gefantaseerd was, roeiden we weer naar het strand. Het allerleukste was om door een hoge golf te worden meegenomen, en te kijken waar je terecht kwam. Het mooiste was natuurlijk om op het strand gesmeten te worden (en dan te hopen dat je geen voorbijgangers raakte). Maar de eerlijkheid gebied te zeggen, dat dát niet altijd lukte. Meestal sloegen we om en vielen in zee. Op zichzelf was dat nog niet eens zo erg. We kregen zout water in de neus en waren wéér een illusie armer. Nee, het allerergste was als je - al peddelend - tussen de kwallen kwam. En als je dan ook nog eens omsloeg, waren de gevolgen helemaal niet te overzien. In het zeewater dreven grote roze en blauwe kwallen, die venijnig konden steken, waardoor je urenlang jeuk had. Elke vakantie was het raak: minimaal een gezwollen voet of hand. 

Al die vakantieherinneringen kwamen naar boven toen D. en ik in de afgelopen vakantie in het Aquarium van La Rochelle liepen. Talloze aquaria met vissen in alle soorten en maten werden tentoongesteld. Vissen met een rubberen pak aan, vissen met uitpuilende ogen, knalgele en -blauwe vissen, vissen met en zonder tanden en ga zo maar door. En natuurlijk waren er ook kwallen te zien. En dat was het moment dat ik eindelijk van ze kon genieten: met mijn voeten op de grond en de kwallen veilig achter glas. Terwijl D. op een bankje zat te wachten, totdat ik uitgekeken was, liep ik van aquarium naar aquarium en keek mijn ogen uit. Ze waren prachtig van vorm en kleur. Hun tentakels leken net op de draden van een spinnenweb, maar dan mooier. En bij sommige kwallen leek het net alsof het buitenaardse wezens waren. Mijn fantasie maakte overuren. Nadat ik alle kwallen op de foto had gezet, liepen we verder. Kwallen kijken? Het is een aanrader! Veilig achter glas of zwemmend in de zee. Kies zelf maar.

 





 





Reacties

Hans Heyda zei…
Dezelfde ervaring - achter het glas bij L’Oceanogràfic in Valencia. Fantastisch hoe mooi kwallen dan kunnen zijn!

Hans Heyda

Populaire posts van deze blog

De boe-vis

Friemeltje, Kwakje en de jagende register-accountant