Vertragen in plaats van versnellen
In vroegere tijden verplaatsten mensen zich per paard en wagen. Zo stapte je, als je beschikte over voldoende financiële middelen, in je rijtuig. Daarna nam de koetsier plaats op de bok en je ging op reis. De paarden liepen deels stapvoets over het bospad of in volle gallop over de wegen waar dat mogelijk was. En als je niet van goede komaf was, dan vervoerde je jezelf met paard en wagen en klom je zelf op de bok. Hoe je je ook verplaatste, het kostte tijd om ergens naar toe te reizen en men nam hier de tijd voor.
Hoe anders is het nu. Tegenwoordig kan het niet snel genoeg gaan: met de hogesnelheidslijn of vliegtuig ben je in no-time op de plaats van bestemming; je zit comfortabel in je stoel en je merkt er niets van als de trein zich met een snelheid van 300 km/uur voortbeweegt (om over het vliegtuig maar niet te spreken). Ook in je eigen auto kan je makkelijk 180 km/uur rijden, maar dat doe je niet omdat je anders een boete krijgt voor te hard rijden. Hard rijden is leuk, want lekker snel. Versnellen geldt ook voor informatie. Mensen zitten van vroeg tot laat op het schermpje van hun computer of telefoon te kijken en krijgen daardoor non-stop informatie binnen. Downloadsnelheid is belangrijk, voldoende data tot je beschikking hebben ook, want anders mis je wellicht iets. FOMO is niet voor niets ontstaan.
Hoe groot is het verschil tussen toen en nu? Ik vind het verschil enorm groot geworden, want we kunnen meer dan ooit en dat heeft ons veel welvaart gebracht. Machines hebben het zware werk overgenomen en de mens zet daardoor steeds meer haar brein in om te managen, aan te sturen, te coördineren of te faciliteren. Het is ook een brein dat constant overuren draait. We versnellen elke dag weer. Maar weet je: machines, auto's en computers hebben software, die ervoor zorgt dat een pop-up wordt weergegeven wanneer onderhoud uitgevoerd moet worden. En als we deze melding krijgen, dan zorgen we voor een update of reparatie.
Stel je voor dat we zichtbaar kunnen maken wat de impact is van de versnelling op ons lijf en brein, net zoals dit bij machines en computers werkt? Dan kwam de stoom uit je oren en had je hoofd de omvang van een enorme skippybal. Zie dan maar eens in evenwicht te blijven of rechtop te staan. Maar zo ver gaat ons lijf en brein niet. In plaats daarvan geven ze hele subtiele signalen af, die gemakkelijk weg te wuiven zijn, waardoor je nog steeds kan versnellen.
Over dit alles was ik aan het nadenken, voordat ik ging wandelen in het bos. Ik wandel elke dag. Elke dag weer loop ik door velden heen, tussen bomen of langs water. Ik wandel omdat ik nog steeds aan het herstellen ben van een zware burn-out. Zo'n herstelproces kan je niet versnellen, en heus, dat heb ik geprobeerd.
Ik ruik de typische koude winterlucht. De vogels tjilpen en de zon schijnt. De wind is koud en ik ben blij dat ik een muts op heb. Mijn voeten zijn koud en ik voel hoe elke voet zich, stap voor stap, afwikkelt in mijn schoen: hiel, wreef, teen. Na tien minuten heb ik hele warme voeten, maar ik blijf er met mijn aandacht bij: hiel, wreef, teen.
Wanneer ik ga lopen, dan kijk ik niet meer op de weer-app. Ik wandel. Zelfs al regent het, of dalen de sneeuwvlokken op mijn wimpers. Ik wandel. Ook als het buiten 30 graden Celsius of meer is: ik wandel. Want deze snelheid is het tempo dat ik goed kan bijbenen. Daardoor zag ik hoe de natuur vorig jaar veranderde: van fris lentegroen in april, tot uitbundige zomerse kleuren in juli, tot de herfsttooi met rode/oranje/groene/bruine bladeren die in oktober op de grond vielen, tot wat het nu is. Wanneer ik mijn voeten voel, dan ligt mijn brein als het ware uitgestrekt voor de houtkachel te genieten van de warmte en de rust.
Mijn motto voor 2021 is vertragen: hiel, wreef, teen. En ik vind het een supertempo.
Reacties