Hondenoppasser
En daar zat ik dan, op een koude zaterdagochtend, bij de winkelwagenstalling, voor de supermarkt. In mijn hand hield ik een lint vast en aan het uiteinde bevond zich een vrolijke, jonge, schattige, witte, kleine hond. De naam van het beestje? Max.
De baasjes van Max, twee meisjes van een jaar of 8, wilden boodschappen doen in de supermarkt en hadden Max eigenlijk aan een hekje willen vastbinden. Het hondje, dat duidelijk nog niet zoveel gewend was, reageerde verbaasd maar ook ietwat angstig op alle voorbij rollende karretjes en uitgestoken handen. Als katten- én hondenliefhebber zag ik deze actie met enige zorg tegemoet. Een jonge hond aanlijnen in een drukke winkelstraat: dat is vragen om problemen.
Op mijn vraag of één van de meisjes buiten kon blijven wachten bij Max, en de ander binnen boodschappen kon doen, werden beide hoofden heftig geschud. "Nee, dat kan echt niet. We moeten samen naar binnen". Ze vonden het zelf ook niet fijn om Max buiten te laten maar het kon niet anders.
Ik stelde voor dat ik op Max zou passen. Dan konden zij naar binnen om de boodschappen te doen. De meisjes keken elkaar opgelucht aan. "Ja, dat is een goed idee", zei de kleinste van het stel, en keek haar vriendin aan. "We komen heel snel weer terug hoor". En daar zat ik dan. Max keek me aan met zijn vrolijke bruine ogen, snuffelde aan mijn hand, en ging tevreden zitten. Door alle voorbijlopende mensen werd ik aangesproken. "Ach, wat een leuk hondje", tot "Mag ik 'm aaien", tot "Wat zit jij hier gezellig buiten". Op mijn uitleg, dat ik tijdelijk als oppas fungeerde, reageerde iedereen met een bevestigend knikje.
Inmiddels was Max ongeduldig geworden. Hij wilde rennen, springen, stoeien en de wijde wereld in. Hij snuffelde aan een stukje brood, een peuk en de stoeptegels, en besloot toen om voor me te gaan zitten.
Een paar minuten later kwamen ze naar buiten, de twee jonge meisjes. Opgelucht dat ze snel hun boodschappen hadden gedaan en dat ze Max weer in hun armen konden sluiten. En dat deden ze dan ook. En Max? Die liet zich geduldig vervoeren.
Ik liep weer verder en kon alleen maar lachen. Dat je een jonge hond beter niet alleen kon laten in een winkelstraat, daar hadden de meisje nog nooit over nagedacht. In hun gedachten bestond de wereld uit aardige mensen én Max. En dat was meer dan voldoende.
De baasjes van Max, twee meisjes van een jaar of 8, wilden boodschappen doen in de supermarkt en hadden Max eigenlijk aan een hekje willen vastbinden. Het hondje, dat duidelijk nog niet zoveel gewend was, reageerde verbaasd maar ook ietwat angstig op alle voorbij rollende karretjes en uitgestoken handen. Als katten- én hondenliefhebber zag ik deze actie met enige zorg tegemoet. Een jonge hond aanlijnen in een drukke winkelstraat: dat is vragen om problemen.
Op mijn vraag of één van de meisjes buiten kon blijven wachten bij Max, en de ander binnen boodschappen kon doen, werden beide hoofden heftig geschud. "Nee, dat kan echt niet. We moeten samen naar binnen". Ze vonden het zelf ook niet fijn om Max buiten te laten maar het kon niet anders.
Ik stelde voor dat ik op Max zou passen. Dan konden zij naar binnen om de boodschappen te doen. De meisjes keken elkaar opgelucht aan. "Ja, dat is een goed idee", zei de kleinste van het stel, en keek haar vriendin aan. "We komen heel snel weer terug hoor". En daar zat ik dan. Max keek me aan met zijn vrolijke bruine ogen, snuffelde aan mijn hand, en ging tevreden zitten. Door alle voorbijlopende mensen werd ik aangesproken. "Ach, wat een leuk hondje", tot "Mag ik 'm aaien", tot "Wat zit jij hier gezellig buiten". Op mijn uitleg, dat ik tijdelijk als oppas fungeerde, reageerde iedereen met een bevestigend knikje.
Inmiddels was Max ongeduldig geworden. Hij wilde rennen, springen, stoeien en de wijde wereld in. Hij snuffelde aan een stukje brood, een peuk en de stoeptegels, en besloot toen om voor me te gaan zitten.
Een paar minuten later kwamen ze naar buiten, de twee jonge meisjes. Opgelucht dat ze snel hun boodschappen hadden gedaan en dat ze Max weer in hun armen konden sluiten. En dat deden ze dan ook. En Max? Die liet zich geduldig vervoeren.
Ik liep weer verder en kon alleen maar lachen. Dat je een jonge hond beter niet alleen kon laten in een winkelstraat, daar hadden de meisje nog nooit over nagedacht. In hun gedachten bestond de wereld uit aardige mensen én Max. En dat was meer dan voldoende.