Scheermesjes bij Chez Antoinette
Als ik aan Deventer denk, dan zie ik een Middeleeuwse Hanzestad voor mij en dan denk ik vervolgens aan mijn studentenstad Zwolle. Hanzesteden zijn fraaie parels aan een prachtige rivier met de eenvoudige naam “IJssel”. Een rivier die in elk jaargetijde een andere uitstraling heeft. Hij is nooit hetzelfde. Op het water laat de IJssel mensen genieten als ze in plezierbootjes of rondvaartboten worden vervoerd. Het water neemt de roeiers mee, die op eigen kracht over het snelstromende water peddelen. Ik denk dan ook aan blauwe luchten met witte wolken, die op donzige watten lijken. Waar de zonsondergang roze strepen door de lucht trekt. Zelfs als het nat en triest weer is, is er altijd wel iets moois te zien. En ik denk aan grote huizen die met zorg en liefde zijn gebouwd. Een heerlijke binnenstad waar ik kan genieten van de sfeervolle pleintjes, de aparte winkeltjes, koffieplekjes en de markt.
Hoe anders mijn lief Deventer ervaart, merkte ik afgelopen zondagmiddag. Hij stond samen met W. te staren naar een fontein (voor de kenners: de Wilhelminafontein) die op de Brink in Deventer stond te pronken. Hij vroeg zich in alle eerlijkheid af of deze fontein hier 40 jaar geleden ook had gestaan. W. haalde haar schouders op en schudde haar hoofd. Ook zij kon zich deze fontein niet meer herinneren. Dichterbij gekomen, keken beiden nog eens goed naar de cijfers op het kunstwerk: 1898. D. barstte in lachen uit en nam de fontein nog eens goed in zich op. Er kwamen geen herinneringen naar boven, noch anekdotes.
We waren in Deventer voor een wandeling langs Memory Lane. Terug naar de start van het 1ste studiejaar van D., toen 17 jaren jong. Hij startte met de opleiding voor Toegepaste Huishoud Wetenschappen. Daar zou hij worden klaargestoomd om als facilitair manager leiding te geven aan de afdeling civiele dienst in een ziekenhuis, verzorgingstehuis of een andere instelling. Maar zover was het in de zomer van 1976 nog niet. Toen zat hij op het grasveld van het schoolgebouw Nieuw Rollecate en genoot van de zon. Hij maakte kennis met zijn studiegenoten en leerde tijdens de introductieweek de stad op zijn duimpje kennen: de plek waar je ’s nachts de lekkerste broodjes met gesmolten camembert kon halen (Chez Antoinette), waar je een eenvoudige doch voedzame maaltijd kon nuttigen (de soos), waar je verse groenten en fruit tegen een redelijke prijs kon kopen (de markt) en waar zijn studiegenoten woonden (overal en nergens). In zijn klas zat ook W. Nadat ze aan D. had verteld dat haar vriend P. in Boskoop studeerde was een vriendschap voor het leven ontstaan. In goed gezelschap waren de lessen niet alleen bijzonder leerzaam, maar ook zeer plezant om te volgen.
En nu, 40 jaar later, stond hij samen met W. te staren naar een onbekende fontein. P. en ik stonden op een afstandje naar onze hoofdschuddende en wijzende partners te kijken. Hoe anders was dit bij de rest van de wandeling. Bij het schoolgebouw aangekomen, dat nu in gebruik is als zorghotel, mochten wij naar binnen. Door de lange gangen liepen D. en W. voor ons en wezen naar buiten (grote bomen, oude huizen) of liepen naar een deur waar zich vroeger een klaslokaal bevond. Anekdotes over een klasgenoot die veel te veel waspoeder in de wasmachine gooide, zodat een uur later het klaslokaal voorzien was van een heerlijk geurende laag schuim. Of de gistloze krentenbollen die succesvol dienst deden als voetbal. Daarna liepen we terug naar De Brink waar nog steeds overheerlijke Deventer Sukadekoek van Bussink wordt verkocht. Verhalen over doorzakkende studenten in de kroeg De Brasserie en dansen op goede muziek in discotheek Tiffany. P. en ik waren in een teletijdmachine gestapt en zagen hoe het er 40 jaar geleden aan toe ging. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik er erg vrolijk van werd.
Na een onverwachtse rondleiding door een zeer oud woonhuis, dat grondig wordt verbouwd, bleven wij even later bij de Bergkerk staan. We waren op zoek naar een locatie om onze avondmaaltijd te nuttigen. De keuze was snel gemaakt: bij Chez Antoinette.
In plaats van een warm broodje gesmolten camembert, stonden er dit keer scheermesjes met risotto op het menu. De tijd had ook hier niet stil gestaan. De uitbater liep nog wel eens rond in het café, maar zijn zoon stond nu achter de toog en had als eigenaar de touwtjes sinds 2006 in handen met zichtbaar veel plezier. De sfeer van het pand was nog steeds dezelfde, ondanks de verbouwingen die hadden plaatsgevonden. We proostten op het goede leven met een heerlijke witte wijn uit Portugal en bekeken de foto’s van dié tijd. Veertig jaren waren voorbij gevlogen. Bij het afscheid namen D. en W. zich voor om een volgend bezoek aan Deventer niet meer zo lang uit te stellen. Misschien over vier jaar als het einde van de studietijd achter de rug is. Ze weten het nog niet. Eén ding weet ik wel: een toertje Memory Lane is bijzonder leuk en geeft je een mooi doorkijkje in het leven van je lief. Zingend reden we die avond naar huis. Het leven mag je vieren: je moet alleen zelf de slingers ophangen.
Reacties