De ballon die op zich zelf ging wonen
In deze tijd van het jaar zie je veel ballonnen in de lucht. Ze varen naar de prachtigste delen van Nederland en vervoeren vele mensen. Met hun gekleurde jasjes in geel, rood, groen, paars, geel en bijbehorende reclameteksten, zweven ze door de lucht, naar een bestemming, die alleen de piloot weet.
In dit verhaal schrijf ik over een ballon, die zijn eerste solovlucht heeft.
Vandaag is het zover en Timo is zenuwachtig. Het wordt zijn eerste solovlucht van Amersfoort naar Bunschoten. Tientallen keren is hij met zijn moeder meegevlogen, veilig verstopt in de kist waar de mensen ook in zitten. Tientallen keren heeft hij gehoord en gevoeld, wat er gebeurd als de piloot de warme lucht in de ballon laat stromen en de ballon zich hier aan overgeeft. In het begin werd hij misselijk van de luchtstromen, als zijn moeder hoger en hoger in de lucht opsteeg, onder het toeziend oog van de ballonvaarder. Even zoveel keren merkte hij hoe spannend het was om te landen. Bij onverwachte stevige rukwinden, werd zijn moeder, samen met de inzittenden in het mandje, door de wind voortgesleept, alsof het een papiertje was. 's Avonds, als alle ballonnen weer thuis waren, werden zij opgeknapt door de zuster. Geduldig wreef zij de gehavende doeken schoon en repareerde zij de scheurtjes, door deze met een speciale olie op te wrijven. De ballonnen in kwestie slaakten een zucht van opluchting en kreunden "Wat een heerlijk gevoel is dat, wrijf nog eens over mijn voorkant?!" De zuster had het er maar druk mee.
Timo is ook naar school geweest. In zijn opleiding heeft hij geleerd, hoe het is om opgeblazen te worden met warme lucht. Dat hij zich mee mag laten voeren door de luchtstromen en niét krampachtig op de grond moet blijven omdat hij hoogtevrees heeft.
En nu, op donderdagavond, is het zijn beurt. Hij stelt zich voor aan de ballonvaarder, die al honderden vluchten op zijn naam heeft staan. Stoer strekt hij zijn kleine bezwete handje uit. "Alles in orde?", vraagt de ballonvaarder. Timo trekt zijn gezicht in de plooi, zoals hij heeft geleerd op school. Met zijn wenkbrauw iets opgetrokken laat hij de ballonvaarder weten, dat hij er klaar voor is. Na ongeveer een half uur is de mand gevuld met vier mensen. Timo voelt de hete lucht in zijn buik stromen. Het kriebelt. Hij snikt en slikt zijn spanning weg. Zijn buik wordt groter en groter en groter. Hij voelt hoe de touwen, die het mandje tegenhouden, over boord worden gegooid. Hij kan zich niet bedwingen en gilt: "Wauw. Ik ga vliegen!". Plotseling voelt hij een rilling door zijn doek. "Sorry", fluistert hij naar de ballonvaarder, "ik was vergeten dat je de druk nog wat meer wil opvoeren". Timo concentreert zich nu volledig en vergeet alles om zich heen. Hij knijpt zijn ogen dicht en laat zich meevoeren, zoals de signalen van de ballonvaarder aangeven.
Na ongeveer een kwartier opent hij één oog en kijkt naar beneden. "Wauw, wat gaaf zeg!" De ballonvaarder vult hem opnieuw met warme lucht. "Jippie, ik ben EINDELIJK oud genoeg om op mezelf te wonen", roept hij enthousiast uit, en laat de warme lucht het werk doen. "Ik kan wel uren doorvliegen. Wat zeg ik, wel dagen!" Na ongeveer anderhalf uur, besluit de ballonvaarder om te landen en draait hij de gaskraan steeds iets verder dicht. Nu voelt Timo hoe vermoeid hij is. Het liefst zou hij in zijn bed willen liggen, en 3 dagen slapen, zoals hij gewend is. Maar dat kan niet. Hij moet de mensen veilig afzetten in een weiland.
Een half uur later ligt Timo uitgeteld op de grond. Hij heeft stevige koppijn van de ruwe landing. De ballonvaarder wrijft over zijn doek en zegt zachtjes dat hij het fantastisch heeft gedaan. Na een vermoeiende rit in de vrachtwagen, wordt hij door de zuster in zijn bed gelegd, droog gewreven en opgepoetst.
Een paar dagen later wordt Timo wakker. Hij rekt zijn doek uit en voelt een lichte spierpijn in zijn zij. Opgewekt staat hij op en zweeft naar de ontbijttafel die ruim genoeg is voor 20 ballonnen. Opgewonden vertelt hij zijn verhaal. Zijn moeder, die vandaag geen dienst heeft, glijdt ook nog even langs en complimenteert hem met zijn prachtige vlucht. "Ik heb je gezien in de lucht! Je was prachtig"en tikt ontroert haar neus aan. Nadat hij 3 broden, 40 liter yoghurt en 2 liter vla heeft gegeten, staat Timo op en glijdt naar het vluchtrooster dat aan de wand hangt. Zijn naam staat vermeld op woensdag. Nog 3 nachtjes slapen, en dan mag hij weer: op zich zelf wonen, in de lucht!
Als jij nu weer eens ballonnen in de lucht ziet, klap dan eens in je handen en roep "Timo" naar boven. Hij heeft alle kleuren van de regenboog, is apetrots op zichzelf en zwaait met alle handen die hij tot zijn beschikking heeft. Je moet alleen wel goed kijken om dát te zien.