Harry en Herman
In mijn blog Harry de harige hommel vraag ik me af of ik de hommeltaal beheers. En het antwoord hierop is: JA. Die taal beheers ik redelijk.
In de afgelopen dagen werd onze tuin frequent bezocht door Harry, in het gezelschap van zijn neef Herman. Ze vlogen doelbewust op de bloemen af en maakten prachtige glijvluchten. Ze dompelden zich onder in de nectar en kwamen dan, vol met stuifmeelstof uit de stampers, tevoorschijn. Steeds nam Harry zijn andere nichten en neven mee. Onder luid gezoem riep hij zijn bloedlijn tot de orde, wanneer zij het niet te nauw namen met de veiligheidsvoorschriften. Zo had hij afgesproken dat ze alleen de bloemen mochten bezoeken; onder geen beding mag er op andere voorwerpen uitgerust worden! De reden is de volgende.
Neef Herman had een aantal weken rondgezoemd in de bossen. Het was daar lekker koel, er stonden prachtige bloemen en er was weinig concurrentie van andere hommels. Kortom, Herman kon het rustig aan doen en hij kon zijn buik meer dan vol eten. Toen hij op een avond vergeten was om het aanwezige stuifmeel van zijn haren af te wassen, werden zijn nichten en neven nieuwsgierig en vroegen hem het spreekwoordelijke hemd van het lijf: "Waar haal jij je maaltijden vandaan?" en "Is er ook plaats voor ons?" Herman antwoordde vaag en vloog naar zijn hommelbed.
De volgende dag vertrok Herman weer. Maar na een kwartier hoorde hij een gezoem en hij zag dat zijn voltallige familie achter hem aan vloog. Hij schudde zijn kleine hoofdje en hij vloog zo hard als hij kon naar zijn vaste stek.
Daar aangekomen, liep het water hem in de mond. "Wat een eten! Als ik snel ben, heb ik het meeste op voordat zij er bij zijn", dacht hij. Hij bedacht zich geen moment en dook in de verse kelken en dronk al het nectar gulzig op. Hij likte het stuifmeel van de stampers en joelde dat hij nog nooit zo'n mooie dag had gehad. Dronken van geluk vloog hij naar een bankje om even uit te rusten van dit vreetfestijn. Hij hield zijn bolle buikje vast en likte het stuifmeel, dat zich rond zijn bekje bevond, gedachteloos op. Hij had niet in de gaten dat het zonlicht minder werd. En hij had ook niet in de gaten dat er een gevaarlijke schaduw boven zijn lijfje hing.
Opeens zag Herman niets meer. Helemaal niets. Het was donker en zijn lijfje voelde zwaar alsof er iets boven op hem lag. Hij liep de mogelijkheden af en fluisterde zachtjes: "Is dit een grap van mijn oom? Of een poets van mijn neef Harry? Of is de wereld aan het vergaan?" Het leek hem onwaarschijnlijk.
Opeens werd de last op zijn smalle kleine romp minder. Hij kon weer ademen en voelde de energie weer in zijn vleugels stromen. Hij hoorde een ijselijk gegil en merkte dat zijn belager zich terugtrok. Hij keek om zich heen en fluisterde zachtjes: "Wat is er gebeurd?" en viel toen flauw.
Toen hij bijkwam zag hij het bezorgde gezicht van zijn oom boven zich. Zijn tante, die met natte doeken zijn kleine hoofd afsponsde, liep weer terug naar haar kroost. Geëmotioneerd vertelt oom wat er die dag was gebeurd. Herman had de fatale fout gemaakt door op een tuinstoel te gaan zitten in het bijzijn van een menselijk persoon! De vrouw had haar been langzaam laten zakken op Harry, terwijl ze lag te zonnebaden op haar ligstoel. Oom had geen moment geaarzeld en vloog zo snel als zijn oude lijf kon, naar de onderkant van het been om hier eens venijnig in te prikken. Onder luidkeels gejuich van zijn kroost had de vrouw haar been met een ruk teruggetrokken en hadden ze Herman van het ligbed weggesleurd. Herman was aan de dood ontsnapt.
Toen Herman weer hersteld was van zijn escapade, kreeg hij een briefje onder zijn neus geschoven. Of hij meeging op nectarjacht? Zo ja, dan moest hij de drie regels van nectarjacht ondertekenen om een soortgelijke gebeurtenis te voorkomen.
1. Altijd luisteren naar Harry.
2. Nooit, maar dan ook nooit op iets anders dan bloemen zitten.
3. Bij twijfel: ook luisteren naar Harry.
En ik moet zeggen dat Herman zich goed aan de regels houdt. Soms zie ik hem kijken naar de kleurige kussens in onze tuinstoelen of naar de keuken waar een verlokkelijke geur van zoete vruchten zweeft. Vervolgens zie ik Harry, enigszins geïrriteerd met een heel klein briefje zwaaien.
Ik kan het iedereen aanraden. Verdiep je eens in hommeltaal. Er gaat een wereld voor je open.
In de afgelopen dagen werd onze tuin frequent bezocht door Harry, in het gezelschap van zijn neef Herman. Ze vlogen doelbewust op de bloemen af en maakten prachtige glijvluchten. Ze dompelden zich onder in de nectar en kwamen dan, vol met stuifmeelstof uit de stampers, tevoorschijn. Steeds nam Harry zijn andere nichten en neven mee. Onder luid gezoem riep hij zijn bloedlijn tot de orde, wanneer zij het niet te nauw namen met de veiligheidsvoorschriften. Zo had hij afgesproken dat ze alleen de bloemen mochten bezoeken; onder geen beding mag er op andere voorwerpen uitgerust worden! De reden is de volgende.
Neef Herman had een aantal weken rondgezoemd in de bossen. Het was daar lekker koel, er stonden prachtige bloemen en er was weinig concurrentie van andere hommels. Kortom, Herman kon het rustig aan doen en hij kon zijn buik meer dan vol eten. Toen hij op een avond vergeten was om het aanwezige stuifmeel van zijn haren af te wassen, werden zijn nichten en neven nieuwsgierig en vroegen hem het spreekwoordelijke hemd van het lijf: "Waar haal jij je maaltijden vandaan?" en "Is er ook plaats voor ons?" Herman antwoordde vaag en vloog naar zijn hommelbed.
De volgende dag vertrok Herman weer. Maar na een kwartier hoorde hij een gezoem en hij zag dat zijn voltallige familie achter hem aan vloog. Hij schudde zijn kleine hoofdje en hij vloog zo hard als hij kon naar zijn vaste stek.
Daar aangekomen, liep het water hem in de mond. "Wat een eten! Als ik snel ben, heb ik het meeste op voordat zij er bij zijn", dacht hij. Hij bedacht zich geen moment en dook in de verse kelken en dronk al het nectar gulzig op. Hij likte het stuifmeel van de stampers en joelde dat hij nog nooit zo'n mooie dag had gehad. Dronken van geluk vloog hij naar een bankje om even uit te rusten van dit vreetfestijn. Hij hield zijn bolle buikje vast en likte het stuifmeel, dat zich rond zijn bekje bevond, gedachteloos op. Hij had niet in de gaten dat het zonlicht minder werd. En hij had ook niet in de gaten dat er een gevaarlijke schaduw boven zijn lijfje hing.
Opeens zag Herman niets meer. Helemaal niets. Het was donker en zijn lijfje voelde zwaar alsof er iets boven op hem lag. Hij liep de mogelijkheden af en fluisterde zachtjes: "Is dit een grap van mijn oom? Of een poets van mijn neef Harry? Of is de wereld aan het vergaan?" Het leek hem onwaarschijnlijk.
Opeens werd de last op zijn smalle kleine romp minder. Hij kon weer ademen en voelde de energie weer in zijn vleugels stromen. Hij hoorde een ijselijk gegil en merkte dat zijn belager zich terugtrok. Hij keek om zich heen en fluisterde zachtjes: "Wat is er gebeurd?" en viel toen flauw.
Toen hij bijkwam zag hij het bezorgde gezicht van zijn oom boven zich. Zijn tante, die met natte doeken zijn kleine hoofd afsponsde, liep weer terug naar haar kroost. Geëmotioneerd vertelt oom wat er die dag was gebeurd. Herman had de fatale fout gemaakt door op een tuinstoel te gaan zitten in het bijzijn van een menselijk persoon! De vrouw had haar been langzaam laten zakken op Harry, terwijl ze lag te zonnebaden op haar ligstoel. Oom had geen moment geaarzeld en vloog zo snel als zijn oude lijf kon, naar de onderkant van het been om hier eens venijnig in te prikken. Onder luidkeels gejuich van zijn kroost had de vrouw haar been met een ruk teruggetrokken en hadden ze Herman van het ligbed weggesleurd. Herman was aan de dood ontsnapt.
Toen Herman weer hersteld was van zijn escapade, kreeg hij een briefje onder zijn neus geschoven. Of hij meeging op nectarjacht? Zo ja, dan moest hij de drie regels van nectarjacht ondertekenen om een soortgelijke gebeurtenis te voorkomen.
1. Altijd luisteren naar Harry.
2. Nooit, maar dan ook nooit op iets anders dan bloemen zitten.
3. Bij twijfel: ook luisteren naar Harry.
En ik moet zeggen dat Herman zich goed aan de regels houdt. Soms zie ik hem kijken naar de kleurige kussens in onze tuinstoelen of naar de keuken waar een verlokkelijke geur van zoete vruchten zweeft. Vervolgens zie ik Harry, enigszins geïrriteerd met een heel klein briefje zwaaien.
Ik kan het iedereen aanraden. Verdiep je eens in hommeltaal. Er gaat een wereld voor je open.