De ene bes is de andere niet
Wij gaan vaak op vakantie naar Schiermonnikoog en we vinden het een zeer prettig eiland. Het is heerlijk om urenlang langs de vloedlijn te wandelen. Afhankelijk van het jaargetijde, lopen we op blote voeten (in de zomer) of op stevige wandelschoenen (in de herfst en winter). Als we genoeg hebben van de wind om ons hoofd, lopen we het bos in en nuttigen daar de meegenomen chocolademelk en broodjes. Zittend aan een picknicktafel was ook daar van alles te zien. 's Avonds schreef ik dat dan op in mijn schrijfboek, dat altijd meegaat op vakanties. Dit verhaal heb ik in de zomer van juni 2004 geschreven.
In de bossen van Schiermonnikoog staan struiken in alle soorten en maten. De vruchten die ze produceren zijn verrukkelijk. Wat te denken van bramen, kruisbessen, zwarte bessen, rode bessen, rozenbottels en duindoornbessen! De vruchten worden door de eilanders gebruikt om jam en gelei van te maken of als topping voor een vruchtentaart. Dat wat over is, wordt gedroogd en als zoete lekkernij bij tarwe- en havervlokken gevoegd voor een extra rijke muesli. Wist je dat merels deze bessen een heerlijkheid vinden? En dat ze graag een sappig besje tot zich nemen? Wist je dat er een struik op het eiland groeit, die door de eilanders fopbesstruik wordt genoemd? Mocht je dit niet weten, wees dan niet ongerust. Weinig mensen kennen deze struik. De fopbesstruik heeft het speciaal voorzien op nieuwsgierige vogels en diertjes en komt alleen op de Waddeneilanden voor. Vandaag wordt deze struik bezocht door een jonge merel, Joris genaamd. Hij zoekt naar de extra grote bessen, die zo lekker sappig zijn. Het water loopt hem al in de snavel, als hij ze aan de struik ziet hangen. Hij pakt een besje, knijpt erin en het sap loopt tussen zijn snavel op de grond. 'Dat is een lekkere bes', tjilpt hij enthousiast. Hij pakt er weer één en nog één. Dan ziet hij, dat onder aan de struik, één hele grote bes hangt. Joris leunt naar voren en pikt met zijn snavel midden in een fopbes. Door het venijnige prikje, spat de bes uit elkaar en ik kan je vertellen dat zo'n fopbesexplosie een enorme knal geeft, maar dat er ook veel bessensap bij vrij komt. Joris zit onder de velletjes, vruchtvlees en bessensap en bibbert. Hij is zich helemaal rot geschrokken. In de verte hoort Joris gelach. Hij opent zijn oogjes, voor zover dat gaat met al het vruchtvlees op zijn oogleden en ziet drie roodborstjes op de takken zitten. Ze lachen hem uit. Hun snaveltjes steken hoog in de lucht. 'haha, haha', lacht de kleinste, 'hij heeft een fopbesje gepakt! Dommerd'.
De merel hipt verdwaasd weg; hij snapt er niks van. Als hij thuiskomt en in de spiegel kijkt, ziet hij waarom de vogeltjes zo moesten lachen. Zijn verenpracht is knalrood geworden en omdat het sap zo kleverig is, staan zijn veertjes recht overeind. Alsof hij een punkkapsel heeft. Beschaamd hipt hij naar zijn moeder. Ze kijkt hem glimlachend aan en zegt: 'jij hebt van de fopbessen gesnoept'. Joris knikt aarzelend. 'Welkom in de wereld van de gulzigaards', grinnikt zijn moeder en vervolgt: 'het duurt nog wel even voordat het sap en vruchtvlees uit je veren zijn gewassen en tot die tijd moet je maar met een rode kop door het leven gaan'. Er zit niets anders op, dan dat Joris met zijn rode kop over het eiland vliegt. Telkens als hij een andere vogel tegenkomt, hoort hij gegrinnik op de achtergrond. Zelfs een eekhoorntje begint te giechelen. Wanneer ze het verdrietige hoofd van Joris ziet, verbergt ze haar kopje in haar staart. Met olijke oogjes kijkt ze hem aan. 'Geeft niks hoor', zegt ze met een hoog piepstemmetje, 'ik heb je broertje ook zo gezien. Het duurde 3 weken voordat alles was verdwenen'. De merel kijkt het eekhoorntje ongelovig aan. 'Drie weken lang! Moet ik al die tijd met dit rode hoofd rondlopen'. Hij is er helemaal stil van.
De eekhoorn kijkt de verlegen, knalrode merel nadenkend aan en vervolgt: 'heb jij je nooit afgevraagd waarom je broer twee jaar geleden zo lang is weggeweest'. Joris begint te lachen. Al die sterke verhalen, die hij van zijn broer had gehoord, over een ver land met woeste beesten, was gewoon verzonnen! 'Maar waar is hij dan geweest', vraagt Joris. De eekhoorn giechelt en begint te schommelen van plezier. Ze springt van de tak af en klimt en wuift met haar staart. Het lijkt erop alsof ze wil dat Joris haar volgt.
Joris vliegt haar achterna, net zolang totdat ze bij een grote dennenboom zijn aangekomen. Hij hipt naar binnen en belandt in een enorme ruimte. Overal zitten vogeltjes met rode kopjes. Er lopen eekhoorns rond, die de merels helpen met het schoonmaken van hun veertjes. Een grote eekhoorn loopt naar hem toe. Hij heeft een witte jas om zijn roodbruine vacht en een stethoscoop om zijn nek. 'Welkom bij de rode-koppen-club', zegt hij met een zware stem, 'in de aankomende weken zullen wij je helpen om van je rode kop af te komen'. En zo gebeurde het dat Joris zijn intrek nam in rode-koppen-club. Na twee weken afzien mocht hij weer terug naar huis. Zijn kopje was niet meer rood, maar glanzend zwart. Hij kon niet wachten om zijn vader en moeder weer te zien. En zijn broer natuurlijk!
Dol enthousiast vliegt hij terug en maakt een tussenlanding op een wandelpad. Terwijl hij om zich heen kijkt, ziet hij een bessenstruik, die vol hangt met heerlijk rode bessen. Hij hoort zijn maag knorren en merkt dat hij ontzettende honger heeft gekregen. Voor zijn snavel bevinden zich heerlijk uitziende rode bessen. Rustig neemt hij een hapje van de voorste bes en geniet van het sap en vruchtvlees. 'Dit smaakt naar meer', stelt hij vast. Tussen de bessen ziet hij, iets verder in de bessenstruik, een hele grote bes hangen. Hij leunt naar voren en grijpt naar een grote glanzende bes ........
Mocht je nu ooit een keer op één van de waddeneilanden komen, dan raad ik je aan om goed naar de vogels te kijken. Ze zijn niet makkelijk te vinden: de vogels met een rode kop. Maar ze zijn er wel. En dan weet jij waarom!
De afbeelding van de rode bes is afkomstig van Natuurlijke moestuin.
De merel van http://zoom.nl/foto/dieren/merel-mannetje
In de bossen van Schiermonnikoog staan struiken in alle soorten en maten. De vruchten die ze produceren zijn verrukkelijk. Wat te denken van bramen, kruisbessen, zwarte bessen, rode bessen, rozenbottels en duindoornbessen! De vruchten worden door de eilanders gebruikt om jam en gelei van te maken of als topping voor een vruchtentaart. Dat wat over is, wordt gedroogd en als zoete lekkernij bij tarwe- en havervlokken gevoegd voor een extra rijke muesli. Wist je dat merels deze bessen een heerlijkheid vinden? En dat ze graag een sappig besje tot zich nemen? Wist je dat er een struik op het eiland groeit, die door de eilanders fopbesstruik wordt genoemd? Mocht je dit niet weten, wees dan niet ongerust. Weinig mensen kennen deze struik. De fopbesstruik heeft het speciaal voorzien op nieuwsgierige vogels en diertjes en komt alleen op de Waddeneilanden voor. Vandaag wordt deze struik bezocht door een jonge merel, Joris genaamd. Hij zoekt naar de extra grote bessen, die zo lekker sappig zijn. Het water loopt hem al in de snavel, als hij ze aan de struik ziet hangen. Hij pakt een besje, knijpt erin en het sap loopt tussen zijn snavel op de grond. 'Dat is een lekkere bes', tjilpt hij enthousiast. Hij pakt er weer één en nog één. Dan ziet hij, dat onder aan de struik, één hele grote bes hangt. Joris leunt naar voren en pikt met zijn snavel midden in een fopbes. Door het venijnige prikje, spat de bes uit elkaar en ik kan je vertellen dat zo'n fopbesexplosie een enorme knal geeft, maar dat er ook veel bessensap bij vrij komt. Joris zit onder de velletjes, vruchtvlees en bessensap en bibbert. Hij is zich helemaal rot geschrokken. In de verte hoort Joris gelach. Hij opent zijn oogjes, voor zover dat gaat met al het vruchtvlees op zijn oogleden en ziet drie roodborstjes op de takken zitten. Ze lachen hem uit. Hun snaveltjes steken hoog in de lucht. 'haha, haha', lacht de kleinste, 'hij heeft een fopbesje gepakt! Dommerd'.
De merel hipt verdwaasd weg; hij snapt er niks van. Als hij thuiskomt en in de spiegel kijkt, ziet hij waarom de vogeltjes zo moesten lachen. Zijn verenpracht is knalrood geworden en omdat het sap zo kleverig is, staan zijn veertjes recht overeind. Alsof hij een punkkapsel heeft. Beschaamd hipt hij naar zijn moeder. Ze kijkt hem glimlachend aan en zegt: 'jij hebt van de fopbessen gesnoept'. Joris knikt aarzelend. 'Welkom in de wereld van de gulzigaards', grinnikt zijn moeder en vervolgt: 'het duurt nog wel even voordat het sap en vruchtvlees uit je veren zijn gewassen en tot die tijd moet je maar met een rode kop door het leven gaan'. Er zit niets anders op, dan dat Joris met zijn rode kop over het eiland vliegt. Telkens als hij een andere vogel tegenkomt, hoort hij gegrinnik op de achtergrond. Zelfs een eekhoorntje begint te giechelen. Wanneer ze het verdrietige hoofd van Joris ziet, verbergt ze haar kopje in haar staart. Met olijke oogjes kijkt ze hem aan. 'Geeft niks hoor', zegt ze met een hoog piepstemmetje, 'ik heb je broertje ook zo gezien. Het duurde 3 weken voordat alles was verdwenen'. De merel kijkt het eekhoorntje ongelovig aan. 'Drie weken lang! Moet ik al die tijd met dit rode hoofd rondlopen'. Hij is er helemaal stil van.
De eekhoorn kijkt de verlegen, knalrode merel nadenkend aan en vervolgt: 'heb jij je nooit afgevraagd waarom je broer twee jaar geleden zo lang is weggeweest'. Joris begint te lachen. Al die sterke verhalen, die hij van zijn broer had gehoord, over een ver land met woeste beesten, was gewoon verzonnen! 'Maar waar is hij dan geweest', vraagt Joris. De eekhoorn giechelt en begint te schommelen van plezier. Ze springt van de tak af en klimt en wuift met haar staart. Het lijkt erop alsof ze wil dat Joris haar volgt.
Joris vliegt haar achterna, net zolang totdat ze bij een grote dennenboom zijn aangekomen. Hij hipt naar binnen en belandt in een enorme ruimte. Overal zitten vogeltjes met rode kopjes. Er lopen eekhoorns rond, die de merels helpen met het schoonmaken van hun veertjes. Een grote eekhoorn loopt naar hem toe. Hij heeft een witte jas om zijn roodbruine vacht en een stethoscoop om zijn nek. 'Welkom bij de rode-koppen-club', zegt hij met een zware stem, 'in de aankomende weken zullen wij je helpen om van je rode kop af te komen'. En zo gebeurde het dat Joris zijn intrek nam in rode-koppen-club. Na twee weken afzien mocht hij weer terug naar huis. Zijn kopje was niet meer rood, maar glanzend zwart. Hij kon niet wachten om zijn vader en moeder weer te zien. En zijn broer natuurlijk!
Dol enthousiast vliegt hij terug en maakt een tussenlanding op een wandelpad. Terwijl hij om zich heen kijkt, ziet hij een bessenstruik, die vol hangt met heerlijk rode bessen. Hij hoort zijn maag knorren en merkt dat hij ontzettende honger heeft gekregen. Voor zijn snavel bevinden zich heerlijk uitziende rode bessen. Rustig neemt hij een hapje van de voorste bes en geniet van het sap en vruchtvlees. 'Dit smaakt naar meer', stelt hij vast. Tussen de bessen ziet hij, iets verder in de bessenstruik, een hele grote bes hangen. Hij leunt naar voren en grijpt naar een grote glanzende bes ........
Mocht je nu ooit een keer op één van de waddeneilanden komen, dan raad ik je aan om goed naar de vogels te kijken. Ze zijn niet makkelijk te vinden: de vogels met een rode kop. Maar ze zijn er wel. En dan weet jij waarom!
De afbeelding van de rode bes is afkomstig van Natuurlijke moestuin.
De merel van http://zoom.nl/foto/dieren/merel-mannetje
Reacties