Puzzelen
'Ik ga eens puzzelen!' hoor ik vanuit de kamer en mijn lief pakt een zak met stukjes gekleurd karton. Er is geen deksel met afbeelding aanwezig, maar hij heeft wel een foto hoe het eruit moet komen te zien. Met gefronste wenkbrauwen zit hij, in stilte, te peinzen en hij begint eerst met de randen. Slim. Stukje voor stukje begint het rariteitenkabinet vorm te krijgen.
Ik vind het knap. Zelf heb ik er het geduld niet voor, tenzij ik het voor iemand anders moet doen. Blijkbaar gaat er dan een knop om en wordt 'geduld' geactiveerd. Vijf minuten later zit ik aan tafel om mee te doen. Puzzelen is leuker met z'n tweeën dan alleen.
Het puzzelen doet me denken aan een gesprek dat ik laatst heb gehad met een oudere dame, die vroeger in Indonesië heeft gewoond. Aan de muur van haar woonkamer hangt een puzzel van vijfduizend stukjes. Samen met haar man heeft ze de Nachtwacht aan elkaar gelegd. Vijfduizend stukjes met voornamelijk zwart, donkergrijze kleuren hebben ze jaren geleden minutieus aan elkaar gelegd op de eettafel. Wekenlang hebben ze met een bordje op schoot gegeten vertelde ze giechelend. Uiteindelijk was het resultaat daar: de Nachtwacht was af. Rembrandt had er langer over gedaan dan zij, maar de trots om het resultaat was er niet minder om. Ze vertelt het verhaal met een glimlach om haar lippen.
Puzzelen is meer dan stukjes aan elkaar leggen, dat blijkt maar weer.
Reacties