Toegezongen worden
Vorig jaar heb ik in menig verhaal de koude en natte voorjaarsomstandigheden beschreven. Wat ben ik blij, met de wijze waarop het voorjaar zich nu tentoonspreidt. Een groter verschil met vorig jaar is niet denkbaar.
Het was warm, begin april. Erg warm. Op de radio werd verteld dat er een smogalarm was afgegeven in Groot Brittannië (maar niet in Nederland), dat de pollen geluidloos waren geëxplodeerd en dat de temperaturen richting de 25 graden Celsius konden lopen. En in plaats van een strandwandeling te maken op Schiermonnikoog, een duik in de Noordzee te nemen of een bezoek te brengen aan een vriendin, die bij het IJsselmeer woont, was ik aan het werk.
Ik had overleg gehad bij een gemeente in de provincie Drenthe, en het overleg was prettig verlopen. De ambtenaren waren enthousiast, betrokken en serieus. De eerste stappen in een project waren goed verlopen. Blij liep ik naar de parkeerplaats, die achter het stadhuis ligt, en zag een aantal middelbare scholieren staan. Ze stonden te praten, te chatten, te chillen en draaiden het stuur van hun fiets, voor zover de as dit toeliet. Eén van de jongens, met een stoer donker kapsel, keek me aan en begon te zingen. Het klonk mij vaag bekend in de oren. Een liedje uit de jaren '80, maar dan in een modern jasje? Ik wist het niet maar het klonk wel leuk. Een andere jongen, met gebleekte strepen in zijn haar, keek mij aan en keek vervolgens naar zijn vriend. "Doe niet zo onbeleefd", zei hij tegen zijn vriend, en vervolgde in dezelfde adem "goedemiddag mevrouw". Ik groette de blonde jongen terug en zei dat ik het helemaal niet verkeerd vond om toegezongen te worden. Terwijl ik doorliep, merkte ik dat ik werd nagekeken en hoorde de jongen met het donkere haar zeggen: "zie je wel, ze vond het helemaal niet erg!". En terwijl ik afrekende bij de parkeerautomaat, hoorde ik hem de rest van het liedje zingen, terwijl zijn klasgenoten hem met brommerige stemmen bijvielen.
Het klonk niet loepzuiver en de toonhoogten waren niet op elkaar afgestemd, maar al met al klonk het goed. Opgewekt stapte ik in de auto en reed naar het kantoor. Ik was vrolijk gestemd want, zeg eens eerlijk, je wordt niet elke dag zo enthousiast toegezongen. Maar welk liedje ze zongen? I don't know.
Het was warm, begin april. Erg warm. Op de radio werd verteld dat er een smogalarm was afgegeven in Groot Brittannië (maar niet in Nederland), dat de pollen geluidloos waren geëxplodeerd en dat de temperaturen richting de 25 graden Celsius konden lopen. En in plaats van een strandwandeling te maken op Schiermonnikoog, een duik in de Noordzee te nemen of een bezoek te brengen aan een vriendin, die bij het IJsselmeer woont, was ik aan het werk.
Ik had overleg gehad bij een gemeente in de provincie Drenthe, en het overleg was prettig verlopen. De ambtenaren waren enthousiast, betrokken en serieus. De eerste stappen in een project waren goed verlopen. Blij liep ik naar de parkeerplaats, die achter het stadhuis ligt, en zag een aantal middelbare scholieren staan. Ze stonden te praten, te chatten, te chillen en draaiden het stuur van hun fiets, voor zover de as dit toeliet. Eén van de jongens, met een stoer donker kapsel, keek me aan en begon te zingen. Het klonk mij vaag bekend in de oren. Een liedje uit de jaren '80, maar dan in een modern jasje? Ik wist het niet maar het klonk wel leuk. Een andere jongen, met gebleekte strepen in zijn haar, keek mij aan en keek vervolgens naar zijn vriend. "Doe niet zo onbeleefd", zei hij tegen zijn vriend, en vervolgde in dezelfde adem "goedemiddag mevrouw". Ik groette de blonde jongen terug en zei dat ik het helemaal niet verkeerd vond om toegezongen te worden. Terwijl ik doorliep, merkte ik dat ik werd nagekeken en hoorde de jongen met het donkere haar zeggen: "zie je wel, ze vond het helemaal niet erg!". En terwijl ik afrekende bij de parkeerautomaat, hoorde ik hem de rest van het liedje zingen, terwijl zijn klasgenoten hem met brommerige stemmen bijvielen.
Het klonk niet loepzuiver en de toonhoogten waren niet op elkaar afgestemd, maar al met al klonk het goed. Opgewekt stapte ik in de auto en reed naar het kantoor. Ik was vrolijk gestemd want, zeg eens eerlijk, je wordt niet elke dag zo enthousiast toegezongen. Maar welk liedje ze zongen? I don't know.