Ontmoet eens een kikker

Nog even en dan is het weer lente, ook al zou je dat nu niet zeggen met de winterse temperaturen.

Behalve dat de tulpen, krokussen en hyacinten zichzelf tentoonstellen, is het ook tijd voor ander bezoek. Wat te denken van bijen of wespen die op zoek gaan naar een mooi nest. Bij voorkeur op een plek waar jij niet wilt dat ze gaan zitten: een gebruikt vogelhuisje, een opening in het tuinmeubilair, onder de grond, noem maar op. Onze tuin wordt druk bevolkt door kikkers en padden die de meest gevaarlijke oversteek van hun leven maken: van de sloot 50 meter verderop, via diverse tuinen, naar onze tuin. 

Onder de struiken zitten ze te wachten op vliegjes, mugjes en andere snacks. En heel soms hippen ze ons huis binnen. Dan ontstaat er een verhaal.  


Het regent hard. Grote plassen water liggen op de stenen te wachten, totdat ze de grond in kunnen zakken. De tuinaarde is verzadigd met regendruppels zodat de wortels van struiken en bloemen verdrinken. Vogels schuilen in de bomen, mieren rennen naar hun nestje in de grond, waar het veilig en droog is. De hond gaat snel zijn hok in en de kat krabt aan de deur, omdat hij niet van regen houdt. Terwijl alle dieren buiten schuilen voor de regen, hipt er een kikker door mijn tuin. We noemen hem Sjaak.

Het is een eigenwijze kikker. Als alle kikkers in de vijver liggen te badderen, gaat Sjaak op een steen zitten. Om te zonnen. En als de vijver in de zomer opdroogt, neemt Sjaak een modderbad. Zijn lijfkleur verandert van olijfgroen naar drabbig zwart. Vorig jaar kwam ik Sjaak tegen in de woonkamer. "Het was buiten zo nat", zei hij. Hij maakte een luchtsprong en landde op de voet van de schemerlamp. Hij knipoogde brutaal.  Uit de tas, die hij om zijn nek had, pakte hij een parasol en een strandstoel. Hij zette een zonnebril op en ging in zijn stoel zitten om te genieten van de warme lichtstralen van de schemerlamp. “Word ik al bruin?’" 

Ik schudde mijn hoofd. Zo'n n warme droge woonkamer is geen goede verblijfsplaats voor een kikker. “Sjaak”, zei ik, “je moet naar buiten gaan. Zometeen droog je helemaal uit en krijg je rimpels”. Sjaak zuchtte heel diep. Hij vouwde zijn stoel op, klapte zijn parasol in en stak deze in zijn tas. Hij knikte vriendelijk naar mij en hipte mijn kamer uit. Naar buiten waar het nog steeds regende.

Met andere ogen kijken naar dieren in de tuin. Het levert vermakelijke taferelen op.


Populaire posts van deze blog

Friemeltje, Kwakje en de jagende register-accountant

De boe-vis

Kwal!